Drie joodse vrouwen

Tijdens de Duitse bezetting bleven er langs verschillende wegen contacten tussen joden en christenen in het dagelijks leven, in onderduiksituaties en zelfs binnen de kampen. Hoe namen in die situaties joden christenen waar? Hun ervaringen waren uiteraard uiteenlopend. Meestal worden die vooral negatief belicht. Recent is daar weer veel discussie over ontstaan door de schuldbelijdenis vanuit de Protestantse Kerk.  

Op deze avond belichten we die vraag vanuit de geschriften van drie vrouwelijke joodse auteurs van romans, gedichten en dagboeken: Hanny Michaelis (1922-2007), Juliette Binger (1879-1955) en Clara Asscher-Pinkhof (1896-1984).

 

Hanny Michaelis is vooral bekend geworden als dichteres en vanwege haat tienjarig huwelijk met Gerard Reve. Na haar overlijden werden haar dagboeken vanuit haar onderduikperiode gepubliceerd (Oorlogsdagboek 1940-1945). Die periode bracht zij voor een groot deel door bij een jong gereformeerd gezin.                                    

 

Clara Asscher-Pinkhof is vooral bekend door haar boeken ‘De Danseres zonder benen’en ‘Sterrekinderen’, waarin veel kamp-ervaringen verwerkt zijn 

 

Juliette Binger is de minst bekende. Maar zij verdient het aan de vergetelheid ontrukt te worden. In haar roman ‘Judith,  de levens-gang ener werkende vrouw’ uit 1939 en haar herinneringen vanuit Westerbork en Theresienstadt, is op de achtergrond de relatie met het christendom permanent aanwezig, mede door haar contacten met Martin Buber en haar inzet om zijn werk samen met christenen aandacht te geven.